Reflecteren betekent terugkijken – met je gezicht omgekeerd naar achteren. Reflecteren betekent ook nadenken over het verleden. Wat ging er goed? Wat ging er fout? Reflecteren staat gelijk aan overpeinzen. Kan ik eerlijk zijn tegen mezelf? Kan ik ook eerlijk zijn met mezelf? Naarmate mijn scriptie steeds meer tot een einde kwam, begon ik ook steeds meer te reflecteren. Het besef kwam binnen: ik ben bijna afgestudeerd.
Ik denk terug aan de dag dat ik was verhuisd naar Amsterdam. Het is een nazomerse zaterdagavond als ik op mijn (op dat moment nog een paar uur nieuwe) Swapfiets door de Baarsjes fiets. Een yup ben ik dan nog niet, maar wel een yup in opleiding. Die dag vergeet ik niet snel – het staat gegraveerd in mijn geheugen. Die zomerse zaterdagavond was het startpunt van een nieuw hoofdstuk.
De gevoelens van herkenbaarheid maken dat ik terugdenk aan de afgelopen jaren als ik weer door dezelfde straten fiets. Immers, mijn studietijd komt bijna tot een einde. Ik moest steevast denken aan een anekdote uit de autobiografie van Mike Tyson. De meest begenadigde bokser allertijden, die hoge hoogtepunten heeft gekend en lage dieptepunten: van een vermogen van 300 miljoen dollar naar een persoonlijk faillissement en van ’s werelds jongste wereldkampioen zwaargewicht tot in de gevangenis belanden. Het leven van Mike Tyson is er een van contrasten, tegenstellingen en disharmonie. Het tekent hem, maar het maakt ook Mike.
De grotere broer
In Mike Tyson Undisputed Truth vertelt Tyson zijn levensloop. De anekdote waar ik steeds meer aan moest denken, betreft de eerste ontmoeting tussen Mike Tyson en Tupac in 1990. Tyson is inmiddels al wereldkampioen, Tupac nog een kleine jongen. De bokser ontmoette hem in een club op Sunset Boulevard in Los Angeles. ‘Hij deed me aan mezelf denken toen ik als kind op straat zwierf en nergens naar binnen mocht’, vertelt hij in zijn boek. Net op het moment dat Tyson hem binnen wil laten, rent hij weg en komt hij terug met een groep vrienden. ‘We lieten de kids via de achterdeur binnen’, vervolgt hij. ‘We bleven nog even buiten staan kletsen, en toen ik terugging naar binnen zag ik Tupac met een microfoon in zijn handen op het podium staan. Ik wist niet wat ik zag. We omhelsden elkaar. Zijn mooie lach deed de hele club oplichten. Ik zag dat het een bijzondere knul was.’
Drie jaar later zijn de kaarten anders geschud. In 1993 bezoekt de dan inmiddels beroemde Tupac de in de gevangenis belande Mike Tyson. ‘Ik wist wie hij was, hij was in korte tijd heel erg beroemd geworden, maar ik wist niet dat het het joch was dat ik in 1990 had leren kennen’, bekent hij. Na een mislukte poging om in de gevangenis een concert te geven, raken Tyson en Tupac in gesprek. ‘Hij vertelde dat hij onze eerste ontmoeting nooit vergeten was.’ Tupac vertelt: ‘Dat had nog nooit iemand voor me gedaan – zwarte schooiertjes een club binnenlaten. Geweldig.’ Mike Tyson sluit af met: ‘We moeten er met z’n allen het beste van maken. We zijn allemaal gelijk.’
Ik moest terugdenken aan al die keren in de afgelopen jaren dat voor mij de deur werd opengedaan – niet in de letterlijke zin, maar in de metaforische zin. De anekdote staat symbool voor de keren dat mensen voor mij de deur opendeden en een andere wereld lieten zien. Het verhaal staat symbool voor de keren dat ik op plekken was waar ik (aanvankelijk) niet hoorde te zijn, maar er toch was. De anekdote staat ook symbool voor mensen die letterlijk hun deur voor mij opendeden en met mij het gesprek aangingen. Het verhaal symboliseert het wezen van de samenleving: het openen van deuren voor elkander.
Ik zou daarom willen afsluiten met een oproep: doe die deur open. Dat kan heel simpel zijn: een kop koffie, een lunch, een gesprek, een mail of een telefonisch gesprek. Soms vereist dat wat meer: het geven van vertrouwen, het geloven in iemand en die persoon een kans geven.